Alle berichten door op Simone

Prinsjesdag: de belangrijkste wijzigingen

prinsjesdag

Prinsjesdag: de belangrijkste wijzigingen

Het zit er weer op. Prinsjesdag. Het kabinet heeft een aantal wijzigingen voorgesteld en hieronder zullen we in het kort de belangrijkste wijzigingen bespreken. Wij willen er wel nadrukkelijk op wijzen dat niet alle wijzigingen al definitief zijn op moment van schrijven (september 2018).

    • Het lage BTW tarief gaat van 6% naar 9%. Hierover is al veel gezegd en geschreven, maar het belangrijkste is dat als de factuur en de betaling in 2018 vallen (ondanks dat de dienst in 2019 valt) u het tarief van 6% nog mag gebruiken. Wordt er in 2018 gefactureerd, maar pas in 2019 betaald en geleverd, dan geldt wel reeds 9%.
    • Het VPB tarief gaat stapsgewijs naar beneden. Zie onderstaande staatje:
      o   2019:     de eerste schijf 19% en de tweede schijf 24,3%
      o   2020:     de eerste schijf 17,5% en de tweede schijf 23,9%
      o   2021:     de eerste schijf 16% en de tweede schijf 22,5%
    • De verliesverrekening van 9 jaar vooruit wordt ingekort tot 6 jaar. Verliezen ontstaan in 2018 mogen dus nog tot 2027 verrekend worden, die van 2019 tot 2025.
    • Het tarief in BOX II (5% van de aandelen in een vennootschap of meer) gaat van 25% naar 26,9%.
    • De schijven van de inkomstenbelasting worden verlaagd en gaan uiteindelijk in 2021 naar 2 schijven. Hierdoor zal er minder inkomstenbelasting betaald hoeven worden. Door de lagere schijven wordt ook de hypotheekrenteaftrek lager. De aftrekposten zoals bijvoorbeeld de ondernemersaftrek en de MKB-winstvrijstelling zullen vanaf 2020 verlaagd worden.
    • Leningen van de B.V. aan de DGA worden gemaximeerd tot EUR 500.000. Alles erboven zal worden belast in BOX II. De ingangsdatum hiervan is nog niet bekend. Zoals het voorstel er nu ligt, geldt deze maatregel ook voor hypothecaire leningen vanuit de B.V., maar het is nog niet bekend hoe e.e.a. er precies uit gaat zien.
    • De kleine ondernemersregeling geldt vanaf 2020 alleen nog maar voor ondernemers met een maximale omzet van EUR 20.000. Zij hoeven vanaf die datum geen BTW meer te berekenen en mogen ook geen BTW meer aftrekken. Daarnaast gaat deze regeling ook gelden voor stichtingen, verenigingen en B.V.’s.

Uiteraard zijn er nog meer wijzigingen, maar wat ons betreft zijn dit de belangrijkste.

Vind u onze artikelen interessant? Meld u aan voor de maandelijkse nieuwsbrief op wimax.nl U kunt daar tevens terecht voor informatie over ons kantoor, mocht u op zoek zijn naar een boekhouder voor uw administratie. In dat geval is ook bellen voor een gratis kennismakingsgesprek een mogelijkheid op 020-6365421.

Kabinet wil regeling fiets van de zaak per 2020 versimpelen

De overheid is nog in gesprek met meerdere partners, maar wil de regeling versoepelen om meer mensen op de fiets te krijgen. Op dit moment zijn er namelijk circa 10.000 leasefietsen van de zaak, ten opzichte van ongeveer 700.000 leaseauto’s.

De regels voor de leasefiets zijn erg omslachtig op het moment. De werknemers dienen bij te houden hoeveel ze zakelijk en privé fietsen, waarna de kosten moeten worden berekend dat betrekking heeft op het privédeel. Dit bedrag wordt bij het inkomen bijgeteld of het valt onder de eindloonheffing van de werkkostenregeling.

Een werkgever kan er overigens voor kiezen om bijvoorbeeld onbelast 19 cent per kilometer te vergoeden, net zoals bij werknemers met een privéauto. Deze regel geldt namelijk ook voor leasefietsen.

Hoe zou dan de nieuwe regelgeving er dan uit komen te zien? Eigenlijk zoals de regeling van de leaseauto, dus een vast percentage van de waarde van de fiets wordt als bijtelling opgeteld bij het inkomen. Wat dit percentage is, is nu (augustus 2018) nog niet bekend, maar een aantal organisaties mikken op 4%.

Het wordt waarschijnlijk ook mogelijk om zowel een fiets als een auto te verstrekken aan de medewerker. Daardoor kan de medewerker afhankelijk van de te bereizen afstanden ieder moment kiezen welk vervoermiddel hij gebruikt.

De totale voordelen voor de maatschappij als geheel, mocht dit voorstel doorgaan, worden geschat rond de EUR 50 miljoen per jaar. Dit omdat fietsen zorgt voor gezondere medewerkers, het beter voor het milieu is en het files vermindert.

Heb ik recht op de kleineondernemersregeling (KOR)?

Heb ik recht op de kleineondernemersregeling (KOR)?

De kleineondernemersregeling (Artikel 25 van de Wet op de Omzetbelasting) is een regeling voor ondernemers die weinig BTW hoeven af te dragen. Door deze regeling kan het voorkomen dat er minder of zelfs geen BTW hoeft te worden betaald. De regeling lijkt simpel, maar er zijn wel wat aandachtspunten.
Allereerst even de standaarduitleg. Als u minder dan EUR 1.345 aan BTW hoeft af te dragen, dan valt u onder de regeling en hoeft u helemaal geen BTW te betalen. Tussen de EUR 1.345 en EUR 1.883 wordt er middels een formule berekend hoeveel je daadwerkelijk dient af te dragen. Een soort korting dus. De formule is overal op internet te vinden.
Om in aanmerking te komen voor de regeling dien je ondernemer te zijn, dient je onderneming in Nederland gevestigd te zijn en moet je voor je bedrijf een administratie bijhouden.
Zoals gezegd zijn er wat aandachtspunten. Hieronder zijn de belangrijkste toegelicht:

1. Onderaanneming
Als je als bijvoorbeeld ZZP-er in de bouw omzet verlegd hebt, maar ook omzet met BTW dan kan je niet zomaar uitgaan van de EUR 1.345 of EUR 1.883 als grens. De verlegde omzet wordt voor de kleine ondernemersregeling namelijk gezien als omzet met BTW dus je dient te berekenen of je dan alsnog onder de grenzen komt

2. Aankopen uit de EU

Als je inkopen doet in de EU, betaal je geen BTW. Deze moet echter wel aangegeven worden op de BTW aangifte. In de aangifte wordt deze dan ook opgeteld bij de voorbelasting, zodat het per saldo weer EUR 0 is. Voor de berekening van de kleine ondernemersregeling echter, mag alleen de voorbelasting worden meegenomen en niet de berekende te betalen belasting.

3. Personeel uitlenen
Voor deze groep geldt dezelfde regel als bij onderaanneming.

Er zijn nog meer specifieke situaties, deze zijn terug te vinden op de website van de belastingdienst.
https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/btw/hoe_werkt_de_btw/kleineondernemersregeling/

Doet u zelf uw aangifte en weet u niet zeker of u de BTW correct aangeeft? Wij kunnen uw administratie voor u doen, zodat u zich daar geen zorgen meer over hoeft te maken.
Bel 020 637 44 33 voor een gratis kennismakingsgesprek.

Te laat met uw belastingaangifte, wat nu?

Te laat met uw belastingaangifte, wat nu?

Ben u vergeten de aangifte op tijd te doen? Of had u niet voldoende tijd om het nog voor 1 mei in te dienen? Hieronder een korte toelichting wat u kunt verwachten.

In eerste instantie is er nog niet zoveel aan de hand. De belastingdienst stuurt u eerst een herinnering met de vraag om alsnog aangifte te doen. Reageert u daar niet op, dan krijgt u een aanmaning met een nieuwe uiterste termijn waarop de aangifte alsnog verstuurd moet zijn.

Als u, om wat voor reden dan ook, de termijn van de aanmaning laat verstrijken, dan beginnen de problemen pas. U krijgt dan een aanslag van de belastingdienst met een schatting van uw inkomen en een verzuimboete daar bovenop. Deze verzuimboete is voor de eerste keer EUR 369, maar als u vaker geen aangifte doet, loopt dat op tot EUR 5.278.

Daarnaast kunt u een verzuimboete krijgen als de belastingdienst aangeeft dat u geen aangifte hoeft te doen, maar dit wel moest en u dat niet kenbaar heeft gemaakt. Hierbij is het dus extra opletten geblazen, veel mensen denken als de belastingdienst aangeeft dat u geen aangifte hoeft te doen dat het dan ook echt niet hoeft. Helaas is niets minder waar. De boete voor het niet kenbaar maken is ook een verzuimboete en die is maar liefst EUR 2.639.

Als laatste is er nog de vergrijpboete. Deze kan opgelegd worden als er opzettelijk inkomen wordt verzwegen. Die boetes lopen uiteen van 25% van het bedrag dat verzwegen is (plus dat u uiteraard het verzwegen bedrag alsnog dient te betalen), tot 150%! Er kan gelukkig wel bezwaar worden aangetekend als u zelf vindt dat het niet opzettelijk was.

Ondernemers die bij een administratiekantoor hun boekhouding hebben lopen, zitten vaak in de zogenaamde uitstelregeling. Hierdoor heeft de ondernemer (en de boekhouder) een jaar langer de tijd om de aangifte in te dienen, dus t/m 30 april van het jaar erna. Na die datum geldt precies dezelfde procedure m.b.t. de herinnering, aanmaning en boetes.

Let wel op: als u in de uitstelregeling zit en 2 jaar achtereen te laat de aangifte inlevert, wordt u geblokkeerd en krijgt u het jaar erna geen uitstel meer!

Heeft u een onderneming en bent u op zoek naar een boekhouder die u in de uitstelregeling kan plaatsen? Neem dan eens een kijkje op onze website www.wimax.nl of stuur ons een email voor een vrijblijvende afspraak info@wimax.nl. U kunt ons natuurlijk ook geheel vrijblijvend bellen op 020-6365421.